North Sea Port benadrukt belang zorgvuldige inpassing kernenergie in toekomstgerichte havenontwikkeling

In de zoektocht naar locaties voor kerncentrales kijkt het Nederlandse Rijk ook in en rond het havengebied van North Sea Port. Het havenbedrijf North Sea Port ziet kansen bij de vestiging van kerncentrales maar benoemt ook haar zorgen voor strategische havenontwikkeling. North Sea Port ontwikkelt zich als een economische motor van nationaal en Europees belang en levert een essentiële bijdrage aan maatschappelijke opgaven zoals strategische autonomie, leveringszekerheid, de energietransitie (met onder meer waterstof en offshore wind), veiligheid via militaire transporten, voedselzekerheid en circulariteit.
Het havenbedrijf erkent het belang van kernenergie als onderdeel van de energiemix. Tegelijkertijd is het van cruciaal belang dat deze ontwikkeling zorgvuldig wordt afgewogen, met oog voor de ruimte en voorwaarden die nodig zijn voor de toekomstige groei en strategische rol van de zeehaven. 

Terreinen voor investeringen 

In haar zoektocht naar locaties in Nederland schuift het Rijk hiervoor in North Sea Port en Zeeland enkele mogelijke vestigingslocaties naar voren. De Westelijke Mosselbanken en het voormalige, gesaneerde Thermphos-terrein (ontwikkeld onder de naam Deep-C Circular), beschouwt het havenbedrijf als onrealistisch. Deze terreinen zijn inmiddels in ontwikkeling, in het bijzonder voor circulariteit en energietransitie. Een heel aantal bedrijven heeft hiervoor al kosten gemaakt en zijn eveneens verplichtingen aangegaan. Voor de overige locaties, EPZ-noord en de Paulinapolder, schat North Sea Port vanuit havenperspectief de haalbaarheid hoger in. 

Impact op strategische positie en ontwikkeling zeehaven nog onderbelicht 

Naast de kansen die wij zien, hebben wij als havenbedrijf onze zorgen over diverse aspecten van de voorgestelde plannen, hun impact op North Sea Port, en over de duurzame ontwikkeling van het haven- en industriecluster. De huidige plannen brengen ook aanzienlijke risico’s met zich mee voor de toekomstige positie van onze zeehaven. Deze zijn nog onvoldoende in beeld gebracht. 

Zo wordt in de plannen de benodigde ruimte voor kerncentrales onderschat. Waar sprake is van 50 tot 60 hectare, wijst de praktijk uit dat dit een zeer optimistische inschatting is. Ook blijven de langdurige bouwtijd van mogelijk 12 tot 15 jaar en de daarmee gepaard gaande overlast onderbelicht. 

De beoordeling van de vestigingslocaties houdt nog geen rekening met het strategisch belang van zeehavengebonden terreinen met diepzeekades en uitstekende verbindingen via spoor, weg, binnenvaart en pijpleidingen. Deze terreinen zijn zeer schaars in Noordwest-Europa en essentieel voor de strategische positie van North Sea Port en voor de ontwikkeling van industrie en maritieme logistiek. Onze unieke positie als diepzeehaven met sterke multimodale achterlandverbindingen moet behouden en verder versterkt worden. 

Hoewel het kabinet inzet op vier kerncentrales, beperkt het onderzoek zich tot slechts twee locaties. Dit schept onduidelijkheid over toekomstige vestigingen. North Sea Port sluit de vestiging van vier centrales in of rond de haven uit. Ook geldt dat trage besluitvorming voor de uiteindelijke locatiekeuze veel van deze ontwikkelingen hypothekeert, in een cruciale (transitie)fase. 

Tot slot bepleit North Sea Port dat de plannen voor de vestiging van de kerncentrales de ontwikkeling van andere strategische initiatieven niet in de weg mogen staan. Denk aan de uitbouw van de haven als waterstofhub op Europese schaal, aanleg van CO2-infrastructuur, de 380kV-verbinding in Zeeuws- Vlaanderen, aanlanding van wind op zee en het host-nation-programma voor militair transport. Met deze nationale en Europese belangen wordt in de huidige analyse nog te weinig rekening gehouden. 

“Wij roepen het Rijk op tot een transparante, integrale en realistische afweging waarbij ruimte voor havenontwikkeling, energietransitie en nationale belangen in balans wordt gebracht”, aldus Maarten den Dekker, Chief Sustainability & Digital Officer. “Cruciale havenruimte mag niet langjarig of structureel verloren gaan door de vestiging van kerncentrales, zeker als er alternatieven mogelijk zijn. Wij gaan hierover met het Rijk en de regio het gesprek aan, met oog voor de duurzame en strategische ontwikkeling van de haven en de gezamenlijke belangen van de regio, Nederland en Europa.”